Menu toggle

Zoals veel steden ontstond ook Brugge aan water, en wel aan de Reie.

Via zogenaamde ‘getijdengeulen’ stond de Reie in verbinding met de zee. Niet te verwonderen dus dat in de Romeinse tijd (3de - 4de eeuw) hier al havenactiviteit te bespeuren viel. Toch zou het nog ca. 500 jaar duren vooraleer de naam ‘Brugge’ opduikt. Wellicht is het een afleiding van het Oudgermaanse woord ‘brugj’ of aanlegsteiger. Gaandeweg ontpopte Brugge zich als handelsnederzetting met haven, maar ook als versterkte vestingplaats voor de Vlaamse graven. In de 13de eeuw mocht Brugge zich trots het belangrijkste handelscentrum van Noordwest-Europa noemen, met o.a. de opening van de allereerste beurs.

Het succes bleef duren. In de 15de eeuw, Brugges Gouden Eeuw, liepen de zaken zelfs nog beter. Het Bourgondische vorstenhuis vestigde zich in de stad, er werden volop nieuwe luxeproducten geproduceerd en befaamde schilders zoals Jan van Eyck en Hans Memling – de grote Vlaamse Primitieven – vonden hier hun creatieve stek. De schone kunsten regeerden en naast tal van fraaie kerken en unieke natiehuizen werd ook een monumentaal stadhuis opgetrokken. Brugge leek ongenaakbaar. De dood van de populaire Maria van Bourgondië in 1482 luidde de plotse ommekeer in. De relatie tussen de Bruggelingen en weduwnaar Maximiliaan verzuurde en het Bourgondische hof verliet de stad. De internationale handelaars volgden. Er volgden lange eeuwen van oorlogen en machtswissels. In het midden van de 19de eeuw was Brugge een arme, verpauperde stad. Gek genoeg zou een roman het tij keren.

In Bruges la Morte van Georges Rodenbach (1892) wordt Brugge treffend omschreven als een wat ingedommelde, maar bijzonder mysterieuze plek. Al vlug herontdekte men het patrimonium van de stad, haar intimiteit werd meteen haar grootste troef. Verder bouwend op dit elan kreeg Zeebrugge een nieuwe zeehaven en behoedzaam zette Brugge zijn eerste voorzichtige toeristische stappen. Met succes, Unesco promoveerde de middeleeuwse binnenstad tot werelderfgoed.

Lang voor de binnenstad van Brugge het tot werelderfgoed schopte, inspireerde de stad al heel wat kunstenaars. Zoals dat gaat met stadsontwikkeling, bestaan sommige van deze stadsgezichten vandaag de dag niet meer. Neem hier een kijkje naar het Brugge van toen : 

De Markt in Brugge

Perspectivistisch gezicht op de Grote Markt, met links de Waterhalle, centraal de Lakenhalle en het belfort en rechts verschillende huizen, van waarachter de toren van de Onze-Lieve-Vrouwekerk uitsteekt. Bovenaan een grote luchtpartij. Op het plein zelf is een veemarkt aan de gang. Eerder werd dit werk toegeschreven aan Van Meuninckxhove, maar de ietwat onhandige uitvoering lijkt dit tegen te spreken. (Groeningemuseum, Brugge)
1/12
Meer informatie over dit beeld

Het Minnewater in Brugge

Gezicht op het Brugse Minnewater, in de richting van de Minnebrug en de Poertoren. De Barge, het schip dat de kanaalverbinding tussen Brugge en Gent verzekerde, staat op het punt af te varen. Links het terrein van een wasblekerij. (Groeningemuseum, Brugge)
2/12
Meer informatie over dit beeld

Een rustige avond in Brugge

Begijnhof van Brugge in de avondzon. Het spel van het zonlicht tussen de bladeren en de schaduw van de bomen geeft het werk een impressionistisch tintje. Louis Reckelbus (Brugge, 1864 - 1958) was leerling van de Brugse Academie (bij Edmond Van Hove). Hij schilderde landschappen, stadsgezichten, interieurs marines en stillevens, voornamelijk in aquarel. In 1930 werd hij aangesteld als conservator van de Brugse Musea, al had hij daar - als voormalige postbediende - niet de optimale achtergrond voor. Het begijnhof was voor hem een uitgelezen onderwerp, hij verzorgde bijvoorbeeld ook de illustraties in het boek 'Ce que c'est qu'un béguinage' van H. Hoornaert (1929). (Stadsmuseum Kortrijk)
3/12
Meer informatie over dit beeld

De Rozenhoedkaai in Brugge

François André Bossuet is vooral schilder van stadsgezichten en monumenten. Het schilderij De rozenhoedkaai biedt een uitzonderlijke versie van het klassieke gezicht in Brugge van op de Rozenhoedkaai naar de gebouwen en monumenten die aan de noordwaarts lopende Reie liggen. Links het Huidevettershuis en ernaast de colonnade van het gasthuis De Koe. In het midden zijn de koepels van het Oud Gouvernementspaleis zichtbaar. Het werd in 1789, naar ontwerp van architect Dumortier, gebouwd op de plaats van de Waterhalle. Helaas werd het op 20 februari 1878 gedeeltelijk vernietigd door een brand. (Groeningemuseum, Brugge)
4/12
Meer informatie over dit beeld

De Augustijnenrei in Brugge in de ochtend

Tijdens de Eerste Wereldoorlog verbleef de Duitse expressionist en Brücke-kunstenaar Erich Heckel als vrijwilliger van het Rode Kruis in Vlaanderen. In die jaren bracht hij het Vlaamse landschap meermaals in beeld. Er zijn ook vele tekeningen van hem uit die tijd bewaard: vrij uitgewerkte portretten of schetsen van landschappen en stadsgezichten van Brugge, Gent en Roeselare. Waarschijnlijk wilde hij die later in tempera op doek uitwerken, zoals dit Brugse stadsgezicht. We zien hier de Augustijnenrei met de Augustijnen-brug. Het gaat echter niet om een nauwgezette weergave, eerder om een vrije interpretatie. De kunstenaar voerde het werk uit met sterk verdunde verf, waardoor bijna het effect van een aquarel ontstaat. De hoekige weergave van de lucht en de dynamiek van de voorstelling tonen de impact van het kubisme en futurisme. Het schilderij bevindt zich nog in de voorlopige lijst (een spieraam) waarin Heckel het verkocht. (MSK, Gent)
5/12
Meer informatie over dit beeld

Het Walplein in Brugge

Dit beeld van het Walplein kan gedateerd worden tussen 1858 en 1871. De heropbouw van de spits van de Onze-Lieve-Vrouwekerk werd in 1858 beëindigd, terwijl de hoektorentjes, die op dit schilderij nog ontbreken, pas in 1871 werden geconstrueerd. Vandaag ziet het Walplein er totaal anders uit. Dat komt grotendeels door de bomen die er in 1903 werden aangeplant. Verschillende panden zijn nog goed herkenbaar, bij andere panden is een duidelijke evolutie merkbaar op het historische fotomateriaal. Het huis naast de ingang van de Stoofstraat werd gesloopt en in 1906 vervangen door een groot pand in Brugse neostijl. (Groeningemuseum, Brugge)
6/12
Meer informatie over dit beeld

De Braamberg in Brugge

Gezicht op de Brugse Braamberg (nu Vismarkt) vanop de Blinde Ezelsbrug. De gebouwen aan de oostkant behoorden toe aan het beenhouwersambacht. Uiterst links de Steenhouwersdijk met het kleermakersambachtshuis (tweede huis van links). Op de achtergrond de verdwenen kerk van de Minderbroeders en uiterst rechts de Onze-Lieve-Vrouwetoren. In dit stadsgezicht zijn de leden van het kleermakersambacht voorgesteld, terwijl ze zich op Allerheiligen begeven naar de Onze-Lieve-Vrouwekerk. Ze zullen er de jaarmis bijwonen ter herdenking van Lodewijk van Gruuthuse, volgens wie ze op Allerheiligen dertien armen dienen te kleden, een tafereel dat rechts is uitgebeeld. Verschillende bestuursleden van het ambacht zijn te herkennen op het schilderij. De oorspronkelijke bestemming van het werk zou de ambachtskamer van de Brugse kleermakers geweest zijn. (Groeningemuseum, Brugge)
7/12
Meer informatie over dit beeld

Het Oosterlingenplein in Brugge

De betekenis van dit werk is moeilijk te duiden. Het is gesigneerd door een onbekende schilder, D. Waesten, en gedagtekend 1532. De schildersstijl en -techniek, de klederdracht van enkele afgebeelde vrouwen en het lettertype van het opschrift onderaan situeren het schilderij rond 1850. De gevels aan het plein komen overeen met wat Marcus Gheeraerts in 1562 uitbeeldde. De man op de voorgrond, met zijn rug naar de toeschouwers, draagt een zestiende-eeuws kostuum. Enkele vrouwen dragen negentiende-eeuwse kapmantels. Het hoekhuis met de hoge toren werd in 1527 gedeeltelijk herbouwd. In 1580 behoorde het toe aan de Oosterlingen en heette het Het Oorloge Mansschip, zoals het opschrift vermeldt. (Groeningemuseum, Brugge)
8/12
Meer informatie over dit beeld

Het Pandreitje in Brugge

In dit genretafereel geeft Garemijn een sfeervol beeld van een marktdag op het gedempte Pandreitje. Op de voorgrond zien we twee groepen vrouwen die groenten en fruit verkopen. Uiterst rechts zingt een marktzanger op een klein podium liedjes, die hij componeert naar aanleiding van een pas gebeurd misdrijf zoals te lezen is op de tekst van het uithangbord aan de rechterzijde. Het is waarschijnlijk dat hij van de gelegenheid gebruik maakt om zogenaamde ‘mannekensbladen’ met de laatste nieuwtjes aan het publiek te verkopen. Op de achtergrond bieden de slagers hun goederen te koop aan. Door het welbestudeerde spel van licht en schaduw slaagt Garemijn er in dit schilderij uitstekend in om de algemene sfeer van een marktdag weer te geven. De lichtinval gebeurt op natuurlijke wijze door de zijstraat links en over het dak van het huis op de linkerkant. Hierdoor komt de vrouwengroep met twee kinderen en een spelend hondje op de voorgrond rechts in het licht te staan, evenals de gevels van de huizen op de rechterkant en de twee monniken op de achtergrond links. Naast het subtiele lichtspel werkt Garemijn in dit schilderij ook meer met nuances van eenzelfde kleur en put hij de verschillende schakeringen van bijvoorbeeld de bruine kleur volledig uit. Zo bekomt de belangrijkste Brugse rococoschilder een doek met een krachtig en helder koloriet.
9/12
Meer informatie over dit beeld

De Burg in Brugge

Gezicht op het Brugse Burgplein, met links de Sint-Donaaskerk en het Proossche, rechts het stadhuis en de griffie, en op de achtergrond het Landhuis van het Vrije. Op het plein vindt een parade van een schuttersgilde plaats. Het schilderij heeft een pendant met de voorstelling van de Braamberg (1981. GRO0029.I). (Groeningemuseum, Brugge)
10/12
Meer informatie over dit beeld

De Spiegelrei in Brugge

Het doek stelt de Sint-Jansbrug of Nieuwjaarsbrug, nu de Jan van Eyckplaats te Brugge voor, zoals deze er uit zag in de eerste helft van de achttiende eeuw. In het midden op de achtergrond de Poortersloge, links de Spinolarei en rechts de Spiegelrei. De toeschrijving aan Ledoulx berust op een oude traditie. Mogelijk kan dit schilderij geïdentificeerd worden met een doek dat Ledoulx zelf vermeld in zijn aantekeningen en dat in 1747 uitgevoerd werd. (Groeningemuseum, Brugge)
11/12
Meer informatie over dit beeld

Secret - Reflet (Geheim - Weerspiegeling)

Het werk van Fernand Khnopff betekent een fundamentele verrijking van het Europees symbolisme. In 'Secret-Reflet' behandelt Khnopff motieven die voor het symbolisme kenmerkend zijn. 'Secret' is een beeld van de stilte, gezien verbale communicatie tussen een vrouw en een masker onmogelijk is. In Khnopffs symbolisme is het visualiseren van de realiteit als materiële vorm niet belangrijk, maar wel de vergeestelijkte en verdichte herinnering ervan. Brugge is een belangrijk thema in zijn oeuvre. 'Reflet' toont in een uitsnit een stuk van de gotische gevel van het Sint-Janshospitaal. Door de weerspiegeling in de Reie, is het een illustratie van de spiegelsymboliek. 'Secret' en 'Reflet' werden door Khnopff zelf in een verticaal tweeluik gemonteerd. De afzonderlijke motieven komen ook voor in ander werk van de kunstenaar. Met 'Secret-Reflet' wordt echter een stap verder gezet. De sleutel voor de symbolische betekenis van het geheel ligt in de combinatie van deze twee tekeningen, die ogenschijnlijk niets met elkaar te maken hebben. (Groeningemuseum, Brugge)
12/12
Meer informatie over dit beeld