Menu toggle

Al sinds 1515 vind je, goed verscholen in het prachtige Sint-Annakwartier in Brugge, Café Vlissinghe. Al meer dan 500 jaar maken de unieke sfeer en warme ambiance van Vlissinghe een ware trekpleister. Deze herberg is waarschijnlijk het oudste café van Brugge en draagt dan ook de sporen van haar rijke geschiedenis. Aan de muren in gelagzaal hangen talrijke schilderijen, foto’s en documenten. Maak hier alvast kennis met een aantal getuigenissen die vertellen over het verleden van het café :

Een mysterieus kaartspel

Het kaartspel aan de muur vertelt het verhaal van een recente mysterieuze ontdekking. Tijdens renovatiewerken in de keuken vond huidig uitbater Bruno Chinitor immers tot zijn verbazing een spel speelkaarten in de schouwmantel. Deze gevonden kaarten zijn volgens deskundige informatie waarschijnlijk 17de of 18de-eeuwse exemplaren. Als een soort bouwoffer waren ze ingemetseld in het gebouw. De reden daarvoor is niet meer volledig duidelijk, maar vermoedelijk komt dit voort uit een oudere traditie. Waardevolle voorwerpen werden hierbij in huis verwerkt ter bescherming van de woonplaats.
1/8
Meer informatie over dit beeld

Krulbolschildjes

Dit houten beschilderd schild is gedateerd anno 1891. De houten beschilderde schildjes aan de schouwmantel staan symbool voor het bruisende caféleven in het Vlissinghe van de 19de eeuw. Vermoedelijk zijn dit herinneringen aan een ‘keizersbolling’, waarvan de opbrengst deels aan het goede doel werd geschonken. Net zoals bij de schuttersgilden organiseerden de boldersmaatschappijen vaak wedstrijden. Wie won was voor een jaar keizer. De schildjes weerspiegelen bepaalde aspecten van de winnaars. Als Louis Gommers de keizersbolling wint, schildert - vermoedelijk - kunstschilder Florimond Van Acker een keizerlijke munt op zijn trofee, ook wel beukelaar genoemd. De gouden lepels bovenaan waren de prijs die Louis Gommers mee naar huis nam.
2/8
Meer informatie over dit beeld

Jacques De Meulemeester

Een belangrijke figuur in de geschiedenis van Café Vlissinghe is Jacques De Meulemeester (1804 - 1881). Hij was directeur van Den Arend, een brouwerij in de naburige Carmersstraat. Hij zag wel potentieel in Vlissinghe en wou dit bekende café vooral verder verzilveren. In 1855 kocht hij het ‘van ouds gekende en welgekalante estaminet’. De Meulemeester stond niet zelf achter de toog. Hij verhuurde de zaak en werd zelf één van de belangrijkste stamgasten. Rondom hem ontstond een groep, de zogenaamde ‘Vlissingheois’. Voor zijn 75e verjaardag vierden zijn kompanen hem in de herberg met een loflied, veel bier en een schilderij van kunstschilder Antoon Joostens. Dit portret uit 1879 kan je nog altijd aan de schouw van het café bewonderen.
3/8
Meer informatie over dit beeld

De spaarkas

Zoals in vele andere cafés vinden we in Vlissinghe ook sporen terug van enkele boeiende tradities. Sommige, zoals de spaarkas, zijn ook bekend in andere streken. Vanaf begin jaren 1950 richtten enkele stamgasten zo’n spaarkas op. Dit is meer dan enkel een manier om geld te verzamelen. Met de opbrengsten organiseren de leden allerlei activiteiten. Meest bekend zijn natuurlijk de jaarlijkse ‘soupers’ of ‘teerfeesten’. Een moment waarbij alle leden in het café samenkomen bij een uitgebreid diner. Zo is de spaarkas, die nu nog steeds bestaat, ook een sociaal gebeuren en zorgt zij voor de cohesie onder de klanten.
4/8
Meer informatie over dit beeld

De krulbolbaan in 1880

In de 19de eeuw groeide Café Vlissinghe uit tot een ontmoetingsplek voor kunstzinnigen. De Brugse kunstschilder Antoon Joostens schilderde hier een momentopname van een partijtje krulbol rond 1880. Het werk illustreert de populariteit van dit spel bij de bourgeoisie van toen. Het is wellicht geschilderd in opdracht van brouwer-eigenaar Léon De Meulemeester. Centraal staat de waardin, Judith Delarue. Rechts schilderde Joostens twee stamgasten, waarvan één een plasje maakt en al gekscherend bijna wil zeggen: ‘Je zal me toch niet op deze manier afbeelden, hé’. Hij staat voor het toilet (de verwijzing in het dialect ‘’k gon è ki no numerow hoenderd’. Subtiel linksboven, door het raam, portretteerde Joostens (meer dan waarschijnlijk) zichzelf.
5/8
Meer informatie over dit beeld

De buzestove

De plattebuiskachel is een kachel waarbij de rookgassen, alvorens naar de schoorsteen gevoerd te worden, eerst door een buis worden geleid, waarop potten en pannen konden verwarmd worden. Aldus dient een plattebuiskachel tevens als fornuis of kookkachel. De stookinrichting zelf is meestal een vierkante kast met een aslade, met daarop een gietijzeren stookpot, van waaruit de hete verbrandingsgassen afgevoerd worden door de platte buis naar de schoorsteen. Gewoonlijk wordt de platte buis achteraan ondersteund. Bij sommige kachelmodellen is onderaan de platte buis en achter de stookpot een ovenlade aangebracht, die dan als bakoven kan gebruikt worden. In café Vlissinghe is deze plattebuiskachel de enige verwarmingsbron voor de gelagzaal.
6/8
Meer informatie over dit beeld

Brievenbus met aankondigingsbord

Aanvankelijk kwam Kunstgenegen samen in de wijk Sint-Gillis, in de herberg Batavia. Vervolgens in het ambachtshuisje van de Korenwegers in de Braambergstraat. Vanaf april 1897 kreeg Kunstgenegen een zaaltje ter beschikking in Café Vlissinghe en vond ze er haar vaste stek. Kunstgenegen zag de ondersteuning van jonge kunstenaars als haar belangrijkste plicht. Naast voornamelijk schilderkunst besteedde de kunstkring ook ruime aandacht aan beeldhouwwerk, grafiek en smeedkunst. Getuige hiervan is de eigen brievenbus met aankondigingsbord. Désiré Willaert ontwierp de brievenbus met aankondigingsbord van de kring, uitgevoerd door Pieter Vincke en vandaag nog steeds te zien in het Museetje in Vlissinghe.
7/8
Meer informatie over dit beeld

Porseleinen tapkraan

De tapkraan die werkt met een luchtpomp, werd reeds eind 18de eeuw in Engeland op punt gesteld. Het systeem werd meer en meer gebruikt en eind 19de eeuw had je reeds tapkranen in grotere café's in de grote steden. Ook werd toen reeds koolzuurgas als tegendruk gebruikt. Begin 20ste eeuw werd echter in de meeste café's de ton bier nog in de kelder gebracht, waar de waard(in) met een kan bier tapte, rechtstreeks aan de ton. Het duurde tot halfweg de jaren ‘60 voor de biertap in Café Vlissinghe zijn intrede deed. Overal verschijnen dezelfde porseleinen tapkranen. Later moeten ook deze wijken voor moderne installaties, dus ook in Vlissinghe. De mooie porseleinen biertap is evenwel nog steeds een pronkstuk in het Museetje van café Vlissinghe.
8/8
Meer informatie over dit beeld