Menu toggle

In de vijftiende eeuw was Brugge wereldberoemd als handelsmetropool en als thuishaven van vooraanstaande kunstenaars, de zogenaamde ‘Vlaamse Primitieven’. Hun zestiende-eeuwse opvolgers Pieter en Frans Pourbus, Pieter I en Pieter II, Gillis en Antonius Claeissens stonden in hun schaduw en raakten door de eeuwen heen in de vergetelheid. Onterecht, zo blijkt uit de tentoonstelling ‘Pieter Pourbus en de vergeten meesters’. Daar maak je kennis met de verrassende werken van de schildersfamilies Blondeel-Pourbus en de Claeissens. Hier laten we een voorsmaakje zien:

Heilige Lucas schildert de Madonna

Maria zit op een houten troon terwijl ze wordt geportretteerd door de heilige Lucas. Het geheel is gevat in een uitbundige gouden architectuur, die overeenkomsten vertoont met de geschilderde triomfbogen die gebruikt werden als versiering tijdens Blijde Inkomsten. Die feestelijke processies werden georganiseerd naar aanleiding van het bezoek van een vorst aan een stad. We weten dat Blondeel de decoraties verzorgde van twee Blijde Inkomsten in Brugge. Dit schilderij is op doek geschilderd en niet op paneel. De keuze voor de drager doet vragen rijzen over de functie van het schilderij. Doek is immers lichter dan hout en kon dus makkelijker gedragen worden. Werd het schilderij misschien rondgedragen in processies? Bewijzen daarvoor ontbreken. Het enige waarvan we zeker zijn is dat het doek op een onbekend moment werd omgevormd tot altaarstuk. (Groeningemuseum, Brugge)
1/10
Meer informatie over dit beeld

Portretten van Jan van Eyewerve en Jacquemyne Buuck

Handelaar Jan van Eyewerve en Jacquemyne Buuck trouwden in 1551 en kozen Pourbus als de schilder van hun huwelijksportret. Dat was een duidelijk statement van het echtpaar. De 27-jarige Pourbus was op dat moment namelijk de meest gevraagde portretschilder van de stad. Door de aandacht die hij had voor de kleinste realistische details bracht hij het echtpaar tot leven. Kijk eens naar de manier waarop Pourbus de baardharen haast een voor een weergaf. Of naar de zorg die hij besteedde aan het kraagje en de kanten manchetten van Jacquemyne. Achter Jan schilderde Pourbus het Kraanplein met de kraan waarnaar het plein vernoemd werd. Achter Jacquemyne zie je het huis De Haene waarvoor allerlei exotische producten staan uitgestald. Het tafereel op het achterplan zet je een beetje op het verkeerde been. In werkelijkheid nam de economische aantrekkingskracht van de stad in de 16de eeuw behoorlijk af. Er heerste nog altijd een stabiel economisch klimaat, maar de stad was niet meer het kloppende hart van West-Europa zoals een eeuw voordien. (Groeningemuseum, Brugge)
2/10
Meer informatie over dit beeld

Heilige Antonius, abt Antonius Wydoot en de Lactatio Bernardi

Het oeuvre van Pieter I Claeissens was lange tijd moeilijk te reconstrueren, tot begin jaren 2000 een Latijnse signatuur definitief met hem in verband gebracht kon worden. Deze signatuur betekent vrij vertaald ‘werk van Pieter Claeissens Morauli, Brugge, Vlaanderen in de straat die heet Oude Zak’. Het fungeert als een routebeschrijving naar zijn atelier, maar benadrukt tegelijktijd dat zijn roots in Brugge liggen. Brugse schilderkunst was bij zijn voornamelijk Spaanse opdrachtgevers erg in trek. Op basis van enkele werken met deze signatuur kon een oeuvre worden samengesteld dat met zekerheid aan Pieter I Claeissens kan worden toegeschreven. Deze luiken, die voor een Vlaamse opdrachtgever werden gemaakt, werden voorheen al met de Claeissens in verband gebracht. Deze toeschrijving wordt door het recente onderzoek bevestigd. (Groeningemuseum, Brugge)
3/10
Meer informatie over dit beeld

Laatste Avondmaal

Het Laatste Avondmaal wordt vaak op dezelfde manier uitgebeeld in de schilderkunst. Meestal wordt het moment afgebeeld waarop Jezus aan de twaalf apostelen vertelt dat iemand onder hen hem zal verraden. Hier is echter een andere scène afgebeeld. Het schilderij toont het moment net nadat Jezus het verraad aan het licht heeft gebracht. Judas springt op en verlaat de kamer met de zak zilverlingen in zijn hand en loopt de dood tegemoet die in de deuropening staat. Maar dat is niet het enige dat anders is aan deze compositie. Onder de 12 apostelen bevindt zich een figuur met een Frygische muts. Hij staat links in de hoek en leest voor van een blad. Waarom koos Pourbus juist voor dit dramatische moment? En wie is de man in de hoek? Voor het antwoord moeten we kijken naar de opdrachtgever van het werk. Het schilderij werd waarschijnlijk besteld door de rederijkerskamer van de Heilige Geest in Brugge. Elk jaar kwam de Brugse rederijkerskamer samen op Witte Donderdag om het Laatste Avondmaal na te spelen. Pourbus’ schilderij verbeeldt die reenactment. De leden van de rederijkerskamer schreven voor de gelegenheid speciale gedichten. De man met de Frygische muts is vermoedelijk een lid van de Heilige Geestkamer die de dichtregels voorlas tijdens de voorstelling. (Groeningemuseum, Brugge)
4/10
Meer informatie over dit beeld

Laatste Oordeel

Pieter Pourbus was nog maar 27 jaar oud toen hij de prestigieuze opdracht binnenhaalde voor dit Laatste Oordeel. Het schilderij was bestemd voor de Vierschaar, de openbare gerechtszaal van het Brugse Vrije, een uitgestrekt bestuurlijk gebied rond Brugge. De jonge kunstenaar bereidde zich grondig voor en maakte een uitgebreide voorstudie. Dat was een gangbare werkwijze voor opdrachten en zeker voor bestellingen van deze schaal. Pourbus vond zijn inspiratie voor deze compositie in verschillende voorbeelden. De tweedeling met de hemel boven en de aarde aan de onderkant, haalde hij bijvoorbeeld bij het Laatste Oordeel van stadsgenoot Jan Provoost dat je kunt bekijken in de permanente collectie van het Groeningemuseum. Voor de gebaren van Christus, de sfeer van chaos en paniek en de houdingen van enkele figuren keek Pourbus naar Michelangelo’s Laatste Oordeel uit de Sixtijnse Kapel in Rome. Enkele gespierde naakten kopieerde Pourbus zelfs letterlijk van Michelangelo’s fresco dat hij kende van prenten. Zoals de verdoemde man die vooraan links met één been uit het graf klimt. Of een beetje hoger de engel en de man die hij onder zijn oksels mee omhoog neemt. Zo ontstond een vernieuwende renaissancecompositie waarmee de jonge Pourbus naam maakte en toekomstige opdrachtgevers kon overtuigen. (Groeningemuseum, Brugge)
5/10
Meer informatie over dit beeld

Kaart van het Brugse Vrije

Zoals deze kaart illustreert was Pieter Pourbus een getalenteerde kaartenmaker. Al sinds het midden van de jaren 1540 hield hij zich bezig met de cartografie. Zo wijdde hij vanaf 1560 tien jaar van zijn leven aan deze monumentale kaart van het Brugse Vrije, een titanenwerk. Dat doek was enorm: wel 3,5 m op 6,20 m groot. De kaart werd zo intensief gebruikt dat ze grotendeels verloren ging. Alleen dit fragment bleef bewaard. (Groeningemuseum, Ieper)
6/10
Meer informatie over dit beeld

Feestmaal van Ahasverus

Stadsschilder Antonius Claeissens ondertekende zijn werk op de witte marmeren tegel rechtsonder. Ook de datering 1574 komt meermaals voor. Maar wat stelt het tafereel precies voor? Je kijkt naar een groep mannen in luxueuze oosterse gewaden. Ze zitten rond een rijk gedekte tafel en stuk voor stuk kijken ze je aan. Hun gezichten zijn duidelijk allemaal anders en dankzij twee opschriften weten we dat het om portretten gaat van bestaande figuren. Waarschijnlijk kijk je naar een groep Brugse stadsfunctionarissen. Maar waarom zouden de mannen zich laten afbeelden terwijl ze zich te goed doen aan drank, fruit en gebak? Dankzij een opschrift bovenaan de originele lijst, kunnen we de voorstelling voor een deel verklaren. De zin en het tafereel op het schilderij verwijzen naar het verhaal van het Bijbelboek Ester. Het opschrift legt uit dat niemand gedwongen mag worden om te drinken tijdens een feestmaal. Het schilderij staat aldus symbool voor matigheid en visualiseert humanistische idealen zoals gastvrijheid, tafelmanieren en correcte omgangsvormen. Na de Beeldenstorm van 1566 en met de gespannen politieke situatie tussen de katholieken en de protestanten in het achterhoofd, vond het Brugse stadsbestuur het belangrijk om zijn tolerantie letterlijk in de verf te zetten. (Groeningemuseum, Brugge)
7/10
Meer informatie over dit beeld

Taferelen uit het leven van Christus

Het eerste dat opvalt aan dit veelluik is dat het geschilderd is in grijstinten of grisaille. Bovendien heeft Pourbus geschilderd op doek en dat geplakt is op een houten drager. Maar waarom schilderde Pourbus een grisaille? En waarom op doek? Daar zijn nog geen sluitende antwoorden op gevonden. Canvas was in de 16de eeuw een minder gebruikelijk materiaal voor een schilderij. Het werd meestal gebruikt voor iets dat draagbaar moest zijn, zoals een plattegrond, of voor tijdelijke opdrachten zoals blazoenen. Een schilderij in grisaille op doek kon ook dienen om kleurrijke schilderijen tijdelijk te bedekken tijdens de 40 dagen van de vastenperiode. Maar er is meer aan de hand met dit schilderij. Uit onderzoek naar de structuur van de draden van het canvas bleek dat Pourbus oorspronkelijk twee stukken canvas heeft gebruikt. De drie grote scènes met de Passietaferelen waren op één stuk linnen geschilderd, de kleinere taferelen met de Kindsheid van Jezus onderaan op een andere lap. Wellicht werd het doek verknipt in de late 16de of in de 17de eeuw. De bruine randen die op verschillende plekken te zien zijn, geven aan waar er geknipt moest worden. De losse stukken werden op de panelen van een bestaand retabelstuk geplakt. Dat men de moeite nam om een bestaand retabel op te offeren en deze grisaille erop te plakken, wijst in ieder geval op de grote appreciatie voor Pourbus’ schilderij. (Groeningemuseum, Ieper)
8/10
Meer informatie over dit beeld

Allegorie van de Vrede

Pieter II Claeissens schilderde de Allegorie van de Vrede in de Nederlanden voor het stadhuis van Brugge naar aanleiding van een vredesakkoord tussen de Nederlanden en de Spaanse overheerser in 1577. Je ziet hoe de personificatie van de Vrede samen met Verbond en Liefde op de bok van de triomfwagen komen aanrijden. De wagen wordt voortgetrokken door ezels. De dieren verwijzen naar de traagheid waarmee de vrede tot stand kwam. Dertien mannen in eigentijds kostuum wandelen achter de wagen aan. De voorste edelman is Joris Van Brakele. Hij was één van de ondertekenaars van de Unie van Brussel, het vredesakkoord dat in dit schilderij bejubeld wordt. Hij gaf vermoedelijk ook de opdracht voor het schilderij. Onderschriften in het Latijn, Frans en Nederlands lichten de allegorie toe. Pieter II Claeissens baseerde zich regelmatig op bestaande composities. Zo vertrok hij voor deze allegorie van een prent die in 1577 werd uitgegeven door Pieter Baltens. Als je de prent en het schilderij met elkaar vergelijkt, valt het op dat Claeissens enkele aanpassingen maakte aan de compositie. Zo plaatste hij de figuurgroepen dichter bij elkaar en meer op de voorgrond en schilderde hij minder mannen achter de wagen. (Groeningemuseum, Ieper)
9/10
Meer informatie over dit beeld

Plan van de Duinenabdij in Koksijde

De abt van de Duinenabdij in Koksijde benaderde Pourbus in 1580 om dit plan te maken. De gouden tijden van de abdij waren op dat moment al een paar jaar voorbij. Het aantal monniken liep terug en de abdij kampte met een voortdurend overstromingsgevaar. Tot overmaat van ramp werd ze in 1578 ook nog eens geplunderd door de calvinisten. De monniken verlieten het gebouw en de sloop volgde. Pourbus koos geen klassiek perspectief voor zijn plan, maar gaf de abdij weer in een isometrische projectie. Die heeft als voordeel dat je tegelijk een voor-, boven- en zijaanzicht kunt zien. Daardoor geeft het schilderij je een totaalbeeld van het abdijcomplex voor de plundering. Pourbus voegde zelfs realistische details toe van de gebruikte stenen. Zijn weergave moest namelijk dienen als handleiding bij de wederopbouw. (Groeningemuseum, Ieper)
10/10
Meer informatie over dit beeld

Meer info over de tentoonstelling, die nog loopt tot 21 januari 2018, vind je hier.