Menu toggle

Kovekenskermis is een jaarlijks volksfeest rond de vierde zondag van september op de wijk Heirbrug in Lokeren. Dit jaar vindt de kermis plaats van 22 tot 25 september. 

De oorsprong van dit volksfeest is terug te voeren tot het begin van de negentiende eeuw. In die tijd stond Lokeren namelijk bekend voor het bewerken en verwerken van vlas en lijnwaad. In de Lokerse Heirbrugwijk waren bovendien uitstekende linnenblekers actief.

Volgens de overlevering hield Napoleon Bonaparte in 1803, onderweg van Gent naar Antwerpen, in de Lokerse Heirbrugwijk halt om er linnen uit te zoeken. In 1827 won Jacobus Van Kerckhove de eerste prijs op een internationale linnententoonstelling in Londen, waardoor het Lokerse linnengoed tot in het buitenland bekend raakte. De inwoners van de Heirbrug waren bijzonder trots op hun wijkgenoot en om Jacobus bij zijn thuiskomst te huldigen hingen ze levensgrote poppen aan de gevels van hun huis:

Reuzenhoofd

Op de vierde zondag van september trekt een stoet van meer dan 50 reuzen door de wijk. De bewoners versieren hun gevels met poppen, meestal in traditionele blekerskleding, 'Kovens'. Dit gebruik gaat terug op de thuiskomst van Jacobus “Koven” Van Kerckhove, die in 1827 uit Londen terugkeerde met de prijs voor het best gebleekte linnen. Bewoners hingen toen levensgrote poppen aan hun huis op als eerbetoon. Dit zijn de hoofden van Wanne en Koven, de eerste stadsreuzen. Ze worden ‘geboren’ in 1932, en gaan voor het laatst uit in 1950. De reus Koven verpersoonlijkt - net als de Kovens op de Heirbrugse gevels - de succesvolle Lokerse bleker Jacobus van Kerckhoven. (Collectie: Stadsmuseum Lokeren)
1/6
Meer informatie over dit beeld

Blekersschop

Houten, lange gootvormige schep waarmee de bleker het linnen - dat op de wei uitgespreid lag - besproeide met water uit de meersen. In de 19de eeuw was Lokeren bekend en beroemd om zijn belangrijke en uitgestrekte blekerijen. Uit Gent, Brugge, Kortrijk, Oudenaarde, Aalst en andere Vlaamse steden werden de geweven stukken grauw lijnwaad naar Lokeren gestuurd om in de meersen langsheen de Durme gebleekt te worden. Bleekgronden waren toen de meersen aan de Oude Brug, een deel van de Poststraat tot aan de huidige Blekerijstraat, het Stationskwartier, De Nijverheidstraat en de Durmelaan. In de nog bestaande meersen kan men de lange en brede grachten zien langs waar het Durmewater door sluizen werd gevoerd. Tussen de grachten werden de grauwe stukken lijnwaad opengespreid. Met de blekersschop werd het Durmewater uit de grachten geschept en daarmee werd het linnen besproeid. Dit werk vergde heel wat behendigheid en spierkracht van de blekersgast. Door de werking van het zonlicht, het Durmewater en het gras waarop het uitgespreid lag, werd het grauwe linnen tot het zuiverste wit lijnwaad bewerkt. De 'bleek' duurde ongeveer zes weken. Van half maart tot eind oktober waren de meersen rondom Lokeren één witte vlakte. Op tal van andere plaatsen werd er natuurlijk ook gebleekt, maar nergens kon men het linnen zo wit maken als in Lokeren. Men noemde dat 'Lokers wit'. (Collectie: Stadsmuseum Lokeren)
2/6
Meer informatie over dit beeld

Gezicht op de Grote Kaai, Durme en bleekmeersen met linnengoed

Dit schilderij van Jozef Schakewits toont een stuk bleekmeers dat paalt aan een huisje dat loodrecht op de Grote Kaai is gebouwd. Uit het groot aantal stukken linnengoed dat 'op den bleek' ligt, kunnen we opmaken dat de bewoners van het huisje linnen bleekten voor derden. (Collectie: Stadsmuseum Lokeren)
3/6
Meer informatie over dit beeld

Dubbele repelkam

Deze repelkam is een zeldzaam exemplaar met een dubbele rij tanden. De zaadbollen van de vlasplant worden met de repelkam van de vlasstengel gerukt door ze tussen de staande tanden van een repelkam te trekken. Na het repelen worden de vlasstengels in water gelegd om te roten. De meersen op de linkeroever van de Durme zijn daarvoor uiterst geschikt. (Collectie: Stadsmuseum Lokeren)
4/6
Meer informatie over dit beeld

Handweefgetouw

Handweefgetouw waarbij men een aantal draden parallel op het weefgetouw spant. De opgespannen draden heten schering of ketting. Daarna wordt van de schering- of kettingdraden een deel omhoog en een deel omlaag bewogen, om ruimte te maken voor het inleggen van de inslag (dit zijn de draden die haaks op de schering of ketting worden gebracht). De opening, die tussen de beide groepen kettingdraden ontstaat, heet de 'sprong'. De inslagdraad wordt met een schietspoel tussen de kettingdraden doorgeschoten. Onder weefgetouwen van dit type wordt vaak een put gegraven. Zo blijft het vlas koel en vochtig, en dus gemakkelijk bewerkbaar. (Collectie: Stadsmuseum Lokeren)
5/6
Meer informatie over dit beeld

Staalboek voor stoffen

In een staalboek presenteert het textielbedrijf haar gamma. Het is het instrument van de groothandelaar om zijn producten aan te prijzen. Staalboeken leren ons veel over het textielaanbod en de technische productiemogelijkheden in een bepaalde periode. Dit staalboek dateert uit de eerste twee decennia van de 20ste eeuw. (Collectie: Stadsmuseum Lokeren)
6/6
Meer informatie over dit beeld